IPPC

IPPC

De IPPC-richtlijn (Europese Richtlijn 96/61/EG) inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) verplicht de lidstaten van de EU om grote milieuvervuilende bedrijven te reguleren middels een integrale vergunning gebaseerd op de beste beschikbare technieken (BBT). In Nederland is de richtlijn in de Wet milieubeheer (Wm) en in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) geïmplementeerd. Om een nauwkeuriger implementatie van de richtlijn in genoemde wetten te bereiken is deze medio 2005 nader aangepast

De IPPC-richtlijn verplicht het Wm- en het Wvo-bevoegd gezag om te rapporteren over inhoud van de vergunningen van bedrijven die onder die richtlijn vallen. De komende rapportage, over de periode 2003-2005, was in 2006 klaar zijn.  

De duurzame ontwikkeling wordt bevorderd door geïntegreerde aanpak van de verspreiding van verontreiniging. Daartoe zullen de maatregelen bij vergunning verlening betrekking moeten hebben op bescherming van de bodem, lucht en water. In bijlage 3 van 96/61/EG zijn de stoffen genoemd die relevant zijn om emissiegrenswaarden vast te stellen voor lucht en water. In 2000/479/EG zijn voor die stoffen grenswaarden opgesteld voor EPER implementatie (European pollutant emission register) . In Nederland zijn 129 bedrijven aangewezen die binnen de IPPC-normen vallen. De emissie-eisen voor de luchtverontreiniging zijn vastgelegd in de NeR (de Nederlandse emissierichtlijn). Daarbij worden normen gesteld aan vluchtige organische (VOS), anorganische en stofvormige stoffen

Bij de vergunningverlening voor IPPC-bedrijven dient het bevoegd gezag een aantal documenten met betrekking tot de beste beschikbare technieken (BBT) te raadplegen, zoals de Nederlandse emissierichtlijn (NeR) waarin de Europese BBT-overzichten zijn opgenomen: de zogeheten BBT-referentie documenten (BREF's).
Share by: